De laatste dagen waren nogal (af)wisselend. Ik heb niet elke dag geschreven, zoals beloofd. Dat neem ik mezelf maar niet kwalijk want wat heeft dat voor zin? Er is veel gaande en ik probeer op alle mogelijke manieren Toverzicht te krijgen. Het letterlijke overzicht in mijn huis door alle spullen opnieuw te ordenen. Het overzicht over mijn leven, door mijn dagboeken allemaal in mijn handen te houden en erin te bladeren… Waar was ik toen? Waar ben ik nu? Ik ben blij met wie ik ben en waar ik nu sta. De ups en downs zijn niet van nu; ze waren er altijd al. De ene dag gaat het perfect en doorzie je alles, de andere leef je in een waas. Af wisselend dus.
Slecht zicht is relatief. Het is altijd de manier hoe je ermee omgaat, die het werkelijke zicht bepaalt. Ik schilder mijn nieuwe doek (zie de blog hiervoor) en kan van een afstand niet zien hoe het eruitziet. Daar heb ik weer mijn iPhone voor nodig. En ik ben het ding opnieuw dankbaar. Wat ik steeds een beetje meer onder ogen durf te komen is de toekomst. Ik heb een tijdje van dag tot dag geleefd. Ik durf iets grotere stappen te zetten.
1 operatie, over een tijdje. Het kan de ene kant op; dat ik weer kan zien. Het kan de andere kant op; dat het slechter is dan nu… Het enige wat ik kan doen is me goed voorbereiden op allebei de opties. Voor optie 1 hoef ik niks te doen. Optie 2 ben ik hard voor bezig om stapje voor stapje uit te zoeken wat ik kan doen.
En verder rust ik uit, zie ik mooie dingen en lelijke dingen (ja, zo lelijk dat ik me afvraag waarom we zo blij moeten zijn met ‘zicht’). Dat blijft. Het is een rondje dat ik steeds opnieuw loop. Ik kom er meer en meer achter dat het allemaal voorbij gaat; dat ik door kan lopen. Als ik verward ben, kan ik doorlopen. Als ik moe ben, kan ik doorlopen. Als ik stil wil staan, kan ik doorlopen. De verwarring, de vermoeidheid, of wat dan ook, lost dan vanzelf op en er komt iets nieuws waar ik misschien wel niet aan voorbij wil lopen…