Dankbaar voor 4 jaar lang goede ogen!

Marloes van ToverzichtToverzicht Blog 4 Comments

In het begin stond ik er elke dag bij stil. Nu is het bijna gewoon: ik heb een linkeroog dat ongeveer 65% ziet. Vandaag is het precies 4 jaar geleden dat ik geopereerd ben aan staar. Met mijn oog, dat al ik weet niet hoeveel keer geopereerd was leken de risico’s groot. Als het mislukte werd ik mogelijk blind. Ik had echter geen keus, als we de staar zouden laten gaan zou ik sowieso blind worden. In die tijd startte ik dit blog op Toverzicht, over al mijn ervaringen met weinig zicht. En ik schilderde vaak hele dagen, op een afstand van 10 cm van mijn doek. Ik besloot: als ik blijf zien, dan ga ik me volledig op beeldende kunst storten.
Waar ik vóór de operatie tegen de 5% zag, zag ik ’s avonds 9 juli 2014 tijdens het douchen de mensen in de flat tegenover mijn huis (er zit nog een grote parkeerplaats tussen) voetbal kijken. Nederland speelde, dus ze keken vast niet naar mij. Nederland verloor. Who cares?
Ik had mijn zicht teruggewonnen. Ik kon wel springen en juichen en mijn oogarts knuffelen (ja, heb ik echt gedaan!). Natuurlijk hield ik me aan mijn voornemen: schilderen vormt nu mijn leven en ik ben dankbaar. Dit bericht is er eentje van terugblikken en dankbaarheid. Nu ik zo aan het schrijven ben komen er twee anekdotes van het afgelopen jaar in me op, één negatieve ervaring en één erg leuke. Die zal ik jullie allebei vertellen.

Zelf ben ik me er niet meer zo bewust dat ik anders zie dan anderen. De meeste mensen valt het ook meestal niet op. Dat heeft het fijne voordeel dat je er niet buiten valt of niet voor vol wordt aangezien. Het nadeel kan zijn dat mensen je in sommige gevallen iets kwalijk nemen waar je niets aan kunt doen. Als ik op een druk station ben, lopen er geregeld mensen die van rechts komen tegen mij aan, waarna ze vervolgens geïrriteerd of geschrokken reageren. Een ‘Sorry, ik zie niets aan die kant’ wordt niet altijd geaccepteerd.
Dit jaar was ik met een cliënt naar een museum geweest in Leiden. We moesten naar een perron waar aan twee kanten een trein stond, een zogenaamd overstapperron. Er stappen mensen over die óf naar Haarlem óf naar Schiphol moeten. De treinen komen tegelijk aan en de mensen rennen van de ene trein naar de andere aan de overkant, als overstekend wild. Ik had het nummer van ons spoor niet onthouden en zei tegen Timo: ‘Loop maar even naar dat bord, dan kunnen we zien of het de goede is.’ Ik kan van een redelijke afstand borden lezen, maar niet vanaf de trap waar ik het perron op kwam. Ineens duikt daar een man frontaal tegen me op. Ik roep ‘Sorry!’ terwijl ik mijn nieuwe blauwe plek inspecteer. De man begint te schreeuwen en geeft me een stomp na. Omstanders zijn er niet, iedereen is wild aan het rennen in de spits. Mijn reisgenootje komt naar me toe en heeft gelukkig niets gezien, maar heeft wel in de gaten dat er iets mis is. Ik ben aan het werk dus ik wil de aandacht niet op mezelf richten. Ik leg kort uit wat er gebeurd is en dat het wel meevalt. Als hij het gezien zou hebben had hij ongetwijfeld al zijn judokunsten uit de kast gehaald. Toch bel ik ’s avonds even zijn moeder om een en ander uit te leggen. En gelukkig maar, want Timo was enigszins overstuur… Op dat soort momenten vraag ik me af in wat voor wereld we leven.

Het kan ook anders. Een paar weken geleden was ik in het Van Gogh museum naar de expo over Vincent van Gogh en Japan. De ruimte in een museum kan soms heel donker zijn en deze was dat ook. Hoewel ik op een redelijke afstand kan zien, moet ik in een donkere ruimte wel dichter op een werk staan. Soms bijna tot het hekje dat er staat uit veiligheid. Suppoosten houden mij vaak goed in de gaten. De expositie werd goed bezocht en ik nam soms een andere route om een schilderij ‘voor mezelf’ te hebben. Ik werd aangesproken door een oudere dame die een andere oudere dame in een rolstoel voortduwde. ‘Wat zie jij er mooi uit! Je past helemaal bij de schilderijen!’ Ik vond het zo spontaan en zag tegelijkertijd hoe zij vochten voor een ‘schilderijen voor henzelf’. Ik zei: ‘Komen jullie maar achter mij aan, ik wil de schilderijen van dichterbij bekijken vanwege mijn ogen dus ik maak wel ruimte.’ Dat deden ze de hele expositie lang en zo keken we samen naar een paar werken en hadden leuke gesprekken.

Zonder mijn ogen zou ik dit allemaal niet hebben. De minder leuke dingen, de leuke dingen, ze horen er allemaal bij. Maar het belangrijkste is de manier waaróp je het bekijkt: positief, dankbaar en nog steeds verwonderd.

(De foto is gemaakt door Anthony Verolme in mei 2014)

Comments 4

  1. Hey Marloes, het is een tijd geleden dat wij elkaar ontmoetten. Jij hebt je nooit laten tegenhouden door welke beperking dan ook. Wil niet zeggen dat het je zonder slag of stoot afging. Wat een moed en doorzettingsvermogen. Gelukkig maar want je hebt talent en veel sprankeling te brengen. Prachtig verhaal. X Fabiola

    1. Post
      Author

      Hoi Fabiola, ja dat is inderdaad al een tijdje geleden! Aan de coaching met jou heb ik goede herinneringen en toen zijn de eerste zaadjes voor dit alles geplant. Dank je voor je reactie en ik hoop dat bij jou alles goed gaat!

    1. Post
      Author

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *