De laatste dagen is het weer zonnig. In de tuin zijn de sneeuwklokjes al uitgebloeid. Er zijn narcissen en crocussen voor in de plaats gekomen. Het begin van blaadjes is zelfs al te zien. Ik word daar blij van. Wat mij nóg blijer maakt zijn de kinderen die weer buiten spelen. Zomaar op de weg, voetballend, lachend wanneer ik ’tring, tring!’ roep bij gebrek aan een fietsbel. Als ik thuis kom staat er een met krijt getekende pijl richting mijn deur. Yes, een speurtocht! Er staat een knipogende smiley met een tong uit z’n mond. ‘Doe dit gezicht na!’ staat er met grote letters. Ik check mijn omgeving op toekijkende omstanders. Geen. Ik steek mijn tong uit. Nu nog knipogen. Dit is echt moeilijk! Probeer het ook maar eens. Ik volg de pijlen. Een paar huizen verderop staat weer iets. Een meerkeuzevraag. ‘Wat is dit groene?’ Er staat een cirkel getekend om wat mos. ‘a) plantjes, b) pies of c) schimel.’ Moeilijk, moeilijk. Ik besluit dat het mos is, en dat dan a het meest toepasselijke antwoord is. En nu verlang ik naar meer. Ik wil ook speuren. Of een andere speurtocht uitzetten. En vanuit mijn raam kijken welke kinderen die dan gaan doen. Ik krijg Ideeën met een grote I. Maar nu moet ik weer volwassen taakjes gaan doen. Internetbankieren, werken, het huis schoonmaken. Een ding doe ik niet: Ik weiger om de speurtocht van mijn stoepje te wassen.
Een paar dagen later loop ik naar het station en tot mijn verrassing kom ik voor mij nieuwe speurtochtonderdelen tegen. Pijlen. Veel pijlen. Mooi bedoelde prinsessen met wimpers langer dan hun haren staan er als illustratie bij. Om mij te lokken als een sirene. ‘Ga deze kant op’. Dat is niet naar het station. Even later nog een pijl met eenzelfde soort prinses. ‘Verkeerde kant, ga terug.’ Ik hoor het gemene heksenlachje. Gefopt. Dit zie ik nog een keer of drie. Ze willen dat ik verdwaal. En als ik een trein missen niet zo erg vind, zou ik dat doen. Ik zou weer willen kunnen verdwalen. Vergeten waar alles heen gaat. En uiteindelijk – heel blij – de weg vinden omdat ik de enige goede pijl heb gekozen. Maar ik haal de trein, op het nippertje weliswaar.
Als ik thuis kom heeft het geregend en is de speurtocht niet meer leesbaar. Waar het om gaat is dat ik weer gedwaald heb in mijn eigen gedachten en dat ik blij werd daarvan. Op naar meer lente en veel meer speurtochten!
Comments 1
Heerlijke speurtochten